-
1 couler
couler [koelee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:couler un pas de danse • een danspas glijdend uitvoerencouler un regard vers qn. • een zijdelingse blik op iemand werpencouler la lessive • de was koken1 glijden ⇒ (binnen)sluipen, indringen♦voorbeelden:¶ se la couler douce • een plezierig leven, zorgeloos bestaan hebben, het ervan nemen1. v1) stromen, vloeien3) lekken, lopen [neus, kaas]4) druipen [kaars]5) zinken [schip]6) verdrinken7) (over)gieten8) storten [cement, beton]10) leiden [leven]11) doorbrengen [tijd]12) kelderen, in de grond boren2. se coulerv -
2 gutter
n. goot (ook fig.), geul, dakgoot--------v. druipen (v. kaars)gutter1[ guttə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————gutter2〈 werkwoord〉 -
3 mèche
mèche [mesĵ]〈v.〉4 boor♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 vendre la mèche • uit de school klappen, zijn mond voorbijpraten; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 uit de biecht klappen〈 informeel〉 il n'y a pas mèche • het is onmogelijk, het gaat nietf1) pit, wiek [kaars, lamp]2) lont3) haarlok4) boor5) tampon -
4 candlebomb
n. kartonnen dekschild gebruikt bij geven van signalen; klein glasblaasje met water gevuld (springt uiteen bij uiteenzetting van stoom als het in vlam van kaars wordt gehouden) -
5 waver
v. verdwalen; zwerven, dwalen; zich bewegen; knipperen (licht); rillen, beven; instorten; ondermijnd worden; twijfelen, betwijfelen[ weevə]♦voorbeelden: -
6 smegma
n. vloeibare deel van kaars -
7 taper
adj. spits toelopen, geleidelijk verminderen--------n. waspit; kaars; toorts, lichtje--------v. spits toelopen; geleidelijk verminderentaper1[ teepə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————taper21 taps/spits toelopen ⇒ geleidelijk smaller worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 smal(ler) maken ⇒ taps/spits doen toelopen♦voorbeelden: -
8 filer
filer [fielee]1 langzaam weglopen ⇒ wegvloeien, uitlopen 〈 kaas〉 ⇒ te hoog opschieten 〈 struiken〉 ⇒ walmen 〈 kaars〉♦voorbeelden:l'argent lui file entre les mains • hij heeft een gat in z'n handII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 schaduwen ⇒ heimelijk volgen, de gangen nagaan van♦voorbeelden:v2) walmen [kaars]3) snel gaan4) ladderen [kous]5) spinnen6) afrollen7) schaduwen8) geven -
9 brûler
brûler [bruulee]1 (ver-, af)branden ⇒ door vuur verteerd worden, in brand staan, (op)vlammen♦voorbeelden:brûler de fièvre • van koorts gloeien→ torchonII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:→ cervellev1) (ver)branden, afbranden2) (laten) aanbranden [spijzen]4) warm zijn [spel]5) (zonder te stoppen) voorbijgaan, -rijden -
10 cord
n. koord; snoer; kousje (v.e. kaars)--------v. vastbindencord1[ ko:d]2 koord ⇒ streng, touw, snaar3 (elektrisch) snoer ⇒ kabel, draad♦voorbeelden:————————cord2〈 werkwoord〉1 vastbinden ⇒ vastsnoeren/sjorren -
11 waning
adj. vermindering, (het) kleiner worden), (het) uitgaan van een kaars, (het) verbleken, (het) zinken, afgezakt, het einde benaderen (van een periode, het leven enz.) -
12 fumée
-
13 burn out
v. uitbranden, opbranden; doorbranden (v. apparaat); zich over de kop werkenburn out♦voorbeelden:as a poet he's burnt out • als dichter is hij opgebrandII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 doen doorbranden/doorslaan♦voorbeelden: -
14 snuffer
n. kaarsendomper, instrument met lange steel en klein kegelvormig uitsteeksel aan het eind gebruikt om kaarsen te doven; iemand die een kaars dooft; iemand die snuift; iemand die tabak in vorm van poeder via de neus opsnuift[ snuffə]♦voorbeelden: -
15 candlelighter
n. iemand die kaarsen aansteekt tijdens ceremonie; voorwerp met lange steel en slanke kaars en een kaarsendover gebruikt voor aansteken en uitdoven van kaarsen tijdens ceremonie -
16 Docht
-
17 Kerze
Kerze〈v.; Kerze, Kerzen〉♦voorbeelden: -
18 Licht
〈o.; Licht(e)s, Lichter〉4 〈 beeldende kunst〉glimlichtje, lichttoets♦voorbeelden:künstliches Licht • kunstlichtjetzt geht mir ein Licht auf • nu gaat me een licht opjemandem ein Licht aufstecken • iemand iets aan het verstand brengen〈 figuurlijk〉 wo die Lichter ausgehen • waar slechte tijden aanbreken, heersen〈 verkeer〉 Lichter führen • lichten op-, aanhebbenetwas ans Licht bringen, holen, ziehen • iets aan het licht brengenans Licht kommen, treten • aan het licht komenjemandem aus dem Licht(e) gehen • uit iemands licht gaan (staan)bei Lichte besehen, betrachtet • op de keper beschouwdalles im rosigsten, in rosigem Licht(e) sehen • alles van de zonzijde bekijkenin einem guten, schlechten Licht stehen • zich in een goed, slecht daglicht vertonenin ein schiefes Licht geraten • in een ongunstig daglicht komen te staanjemanden, etwas ins rechte Licht rücken, setzen, stellen • iemand, iets in het juiste licht plaatsen
См. также в других словарях:
Licht — 1. Am jungen Licht (Neumond) ein schwarzes Horn, im alten wird s ein Regenborn. – Frischbier2, 2411. 2. Ans Licht zeuch nicht, sollen sie bleiben hold: Mädchen, Leinwand und Gold. 3. Auch das Licht hat seine Tücke, darum versengt sich dran die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Licht — Es geht ihm ein Licht auf: es wird ihm alles klar, er hat verstanden. Die Redensart beruht auf Bibelstellen wie Hiob 25,3, Ps 97,11 (»Dem Gerechten muß das Licht immer wieder aufgehen ...«); Mt 4,16 u.a. (»Das Volk, das in Finsternis saß, hat ein … Das Wörterbuch der Idiome
Liste des familles patriciennes des Pays-Bas — Liste des familles reprises dans le Nederland s Patriciaat[1]. Sommaire : Haut A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z … Wikipédia en Français
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
The Red Series — of Suske en Wiske (known in English as Spike and Suzy ) are the best known series of Dutch comics. The name of these series originated in the red covers of the albums. They comprise of most of the Spike and Suzy books, all others fitting into The … Wikipedia
Rob de Nijs — Robert de Nijs, né le 26 décembre 1942 à Amsterdam, est un chanteur et acteur néerlandais. Sommaire 1 Discographie 1.1 Albums 2 Singles … Wikipédia en Français
Rob de nijs — Robert de Nijs, né le 26 décembre 1942 à Amsterdam, est un chanteur et acteur néerlandais. Sommaire 1 Discographie 1.1 Albums 2 Singles … Wikipédia en Français
Bandung — Infobox City official name = Bandung nickname = Kota Kembang (City of Flowers) motto = Bermartabat ( dignity ) imagesize = image caption = Pasupati Bridge at Night image mapsize = map caption = Location of Bandung in Indonesia pushpin subdivision … Wikipedia
Linol — Moderne Farbkollektion und Rückseite von Linoleum Produktpräsentation der Linoleum AB Forshaga 1923 Linoleum ist ein von dem englischen Chemike … Deutsch Wikipedia
Amt — 1. Alle Aemter sind schmierig, sagte des Küsters Weib, und stahl eine Kerze. Holl.: Is het ambt smerig, elk een vlamt er op. (Harrebomée, I, 14.) 2. Amt bringt Sammt. Manchmal aber auch kaum so viel, um grobes Tuch zu kaufen und zu bezahlen. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon